10 Cedrillas

Dag10: donderdag 13 mei 2004 : Cantavieja (1300m) – Cedrillas (1360m)

Statistiek:
09:00u. – 16:15u. @ Hostal Ramiro (€68, 2x HP)
Afstand: 62 km – Totaalafstand: 664 km – Gem.: 12,4 km/u
Hoogteverschil: +60 m – Hoogtemeters: 1210 m

Het weer:
overwegend zwaar bewolkt, een enkel stukje blauw. Amper zon, maar ook géén regen! Meest matige westelijke wind. 6-16˚C is nog niet erg warm.

Bij het opstaan zat er flink wat blauw in de lucht, maar dat was na het ontbijt vrijwel verdwenen. Dikke wolkendekens lagen op de hogere toppen, vooral waar wij heen moesten. Na een bezoek aan de bakker vertrokken we om 9 uur voor het laatste deel van de beklimming van de Puerto de Cuarto Pelado.

We verlieten Cantavieja met 10˚C op de thermometer en begonnen gelijk met een stuk 8% omhoog, gevolgd door evenveel weer omlaag, ook met 8%. Gelukkig volgde direct daarna wéér een stuk 8% omhoog, zodat we meteen aardig wat hoogte wonnen en goed op temperatuur kwamen. Er passeerde een blauwe Xsara, van waaruit naar ons gezwaaid werd; het was dé blauwe Xsara van pension Julian.

Gaandeweg de klim daalde de temperatuur echter gestadig tot zo’n 6˚C op de top. Daarbij dreigde het dat we af en toe in de wolken moesten fietsen, maar we bleven er nét onder. Volgens de kaart (en PB) zou de top op 1612 m liggen, maar volgens het bord op de Puerto (foto) én volgens onze hoogtemeter lag de top toch echt op 1657 m hoogte! Er stond hier een flinke, gure wind zodat het nog veel kouder aanvoelde: hadden we maar handschoenen en overschoenen… zo koud hadden we het hier niet verwacht. Er lag zelfs nog wat sneeuw.

Op de Puerto de Cuarto Pelado

Verder viel op dat de natuur hier – net als in de Pyreneeën – nog flink achter liep: de bomen droegen amper blad, het leek hier pas half april. Om 10:45 waren we boven, trokken een extra windstopper aan voor de afdaling en stortten ons met een snelheid van dik 60 km/u naar omlaag (80 moet hier makkelijk haalbaar zijn). Na 3 km ongeveer moesten we weer een stukje klimmen, 50 hoogtemeters wonnen we weer terug; vervolgens daalden we definitief af naar Fortanete.
Hier nuttigden we in de beschutting van de Ermita Santa Barbara (een populaire tante kennelijk) een lekkere pastel. Het ruige landschap – scherpe kammen, diepe dalen – vóór de Puerto was inmiddels veranderd in een veel glooiender geheel. Heel anders.

Pauze in de Ermita de Santa Barbara bij Fontanete

We waren nu klaar voor de tweede klim van vandaag: de Puerto de Villaroya, met 1700 m dus nog wat hoger… De eerste paar km ging het geleidelijk omhoog door weer een heel ander landschap: nu leek het wel een woestijn met slechts hier en daar een polletje van ‘t een of ’t ander tussen de kale stenen. Wel was de bodemgelaagdheid goed te zien. De blauwe Xsara van pension Julian kwam ons hier zwaaiend weer tegemoet! Aardige lui.

Toen begon de “echte” klim, 3 km lang 8%. Als we dat hadden gehad waren we bijna boven! Het kwam waarschijnlijk door de rustdag want het viel ons erg mee. We lieten de kale boel achter ons en klommen door een groen naaldbos met mooie rode rotswanden langs de kant van de weg; jammer dat de zon er niet bij was. Het laatste stuk was weer makkelijk en om 1 uur waren we boven, meteen tijd en een mooie gelegenheid voor de lunch. Deze tweede klim was het lang niet zo koud, omdat hier nauwelijks wind stond. Toch maar weer de windstoppertjes aan voor de afdaling naar Villaroya, dat in een prachtig groene vallei lag en dat kwam niet door de nog kale bomen.

Natuur nog in winterslaap bij Villaroya

Vlak voor het dorpje stond een kapel op een heuvel, met zilvergrijze kale bomen ervoor; verder was het maar een armzalige boel hier. Meteen na Villaroya veranderde het landschap alweer: het werd nu weer erg kaal en open, maar toch weer anders. Langzaam klommen we erdoorheen naar de Puerto de Sollaviente, die 1507 m hoog bleek te zijn i.p.v. de opgegeven 1468 m. Het maakte ons allemaal niet meer uit: dit was de derde en laatste berg voor vandaag.

En dat is drie, de Puerta de Sollaviente

Voor ons lag nu een afdaling door een indrukwekkende kloof.

Afdaling naar indrukwekkende kloof

Nadat we een stukje daarvan gedaan hadden, lag daar plots Allepuz – weer een gat van niks – voor ons, tegen de berg aangeplakt. Na passage van dit dorpje waren we de kloof uit en kwamen we weer in een heel open en kaal landschap terecht. Behalve wat grassigs met hier en daar een struikje was er verder niets. PB vond dit schitterend, Kitty vond het helemaal niks en werd er zelfs een beetje depri van. Eigenlijk was het meer medelijden met de mensen die hier moesten wonen: ze hebben niks, er is ook niks, het is gewoon niks, bovendien had ze last van een beurs zitvlak!!

Allepuz, aan het eind van de kloof

Na een stukje licht op en neer mochten we weer flink klimmen naar – hoewel geen puerto – toch wel weer bijna 1600 m. Daarna dalen, af en toe weer wat stijgen en verder dalen via Monteagudo del Castillo naar Cedrillas op 1360 m. Hier reden we meteen op Hostal Ramiro af, waar we weer een keurige kamer met alle noodzakelijke voorzieningen boekten en waar we ook konden eten en ontbijten. Was weer goed betaalbaar. De camping die hier moest zijn, zagen we overigens niet, bovendien vonden we het daar nog te koud voor.

Hostal Ramiro in Cedrillas

Na een verfrissende douche gingen we even boodschappen doen en Cedrillas bekijken: er stonden restanten van een middeleeuws kasteel boven op een berg. Alle winkels waren er weer goed verstopt. Etalages kennen ze in Spanje niet, bakker en ook super zitten vaak verborgen achter een vliegengordijntje.

Dineren deden we weer met een menuutje del dia in de grote comedor van het hostal, waar we vrijwel alleen zaten, met uiteraard de onvermijdelijke TV. Het was er aan de frisse kant, maar in de bar – waar we ook mochten eten – vonden we het veel te rokerig.
We reden vandaag over de A226, een keurige nieuw geasfalteerde weg met weinig verkeer.